Foto door Sofie De Backere
Imagine 2021
BIOGRAFIE
Op 18 juni 2004 werd ik geboren en sedertdien ben ik steeds door kunst en muziek in al hun vormen omringd geweest.
Zo groeide ik op in een musicerende familie met een eindeloze muziekbibliotheek.
Ik maakte kennis met klassiek, zigeunermuziek, alle stijlen van jazz, Westerse, Afrikaanse, Oosterse volksmuziek, filmmuziek en alles dat daar tussen en buiten valt.
Zo ontstonden muzikale liefdes die tot op vandaag de dag nog blijven bestaan waaronder mijn diepe respect en appreciatie voor de klassieke groten zoals Bach, Beethoven en Mussorgski en de Argentijnse grootmeesters Eduardo Falú, Jorge Cafrune en Atahualpa Yupanqui maar ook voor de fabuleuze Louis Armstrong en de wonderlijke Wannes Van de Velde.
Als kind greep ik vaak naar het potlood om al tekenend mijn fantasieën te realiseren, later volgde de pen en schreef ik talloze verhalen over onbestaande oorden en magische figuren maar toen was er geen diepe interesse in het spelen en scheppen van muziek.
Wel volgde ik (enigszins tegen mijn goesting weliswaar) notenleer en probeerde hier en daar een nootje piano te spelen.
Op een dag had mijn grootvader Koen me een cadeau gegeven; een oude trompet van Olds Ambassador waarmee ik naar de muziekschool trok voor een opleiding klassiek trompet bij Joeri Vanhove.
Toentertijd had ik nooit het idee om muzikant te worden maar de impact van die lessen en dat geschenk hebben mijn leven compleet veranderd.
Mijn eerste grote held wiens muzikale pad ik wilde volgen was verrassend genoeg de Beierse Franzl Lang wiens gejodel ik had ontdekt op YouTube door een afdwaling tijdens het studeren.
Mijn fascinatie en respect voor deze volksfiguur uit de Alpen was enorm en ik trachtte de Oostenrijkse, Duitse en Zwitserse melodieën na te zingen tot op een gegeven moment dat mijn stem zodanig was gezakt waardoor het niet meer lukte en aldus mijn onbestaande carrière als jodelaar ten einde liep.
Radeloos kwam ik plots terecht bij een oude New Orleans plaat van Kid Ory die de poort opende voor een compleet nieuwe wereld; die van de jazz.
Mijn trompet die ik tot nu toe slechts had gebruikt voor klassieke muziek en pogingen tot voorgenoemde Beierse folklore en soms zo belangloos leek werd plots een melodieuze leidraad doorheen het verse gegeven dat jazz was.
Op gehoor leerde ik enkele simpele melodieën, waarvan de eerste Joshua fit the Battle of Jericho was en uiteindelijk kende ik een stuk of vier nummers die op die plaat stonden.
Later ontdekte ik enkele andere platen van Bunk Johnson, George Lewis en Kid Howard en aldus groeide mijn repertoire zeer gestaag.
Een tijd later was ik op reis naar in de bergen en bossen van Zuid-Frankrijk.
Ik zat daar met een vriend, mijn grootmoeder en mijn tante die op een gegeven moment hadden beslist te gaan wandelen in die bergen maar ik voelde me niet in een zeer wandelachtige bui en bleef achter in het huisje.
Het duurde niet lang of de verveling sloeg toe na een lange tijd trompet te spelen. Mijn blik viel plots op een goedkope klassieke gitaar die mijn nonkel Myrddin had gevonden op een markt.
Ik stemde deze compleet verkeerd op de versleten piano die daar stond en kreeg er uiteindelijk een hint van een melodie uit en aldus zette ik mijn eerste wankele stapjes op mijn pad als gitarist.
15 juni 2018; de opening van Bar Lume; het nieuw café van mijn papa.
Hij had mij de dag ervoor gezegd dat de opening zou ingeluid worden door een New Orleans orkest met mijn grootvader en hij spoorde mij aan om te vragen of ik een nummer of vier mocht meespelen tijdens het concert.
Met veel courage vroeg ik of ik mocht meespelen waarop mijn grootvader eens keek naar de andere muzikanten en iets zei in de aard van: “Allez, een paar nummers dan”. Mijn droom werd werkelijkheid.
Nerveus met mijn trompet in de hand stond ik te wachten toen mijn grootvader een stoel naast hem zette en mij wenkte om bij hem te zitten.
We speelden enkele nummers die ik kende en plots kwam een nummer waarvan ik de melodie nog niet had geleerd.
“Het staat in sol voor ons” en zo speelde ik zachtjes op gevoel en gehoor mee.
Uiteindelijk speelde ik heel het optreden mee, we eindigden met ‘When the Saints go marching in’ en paradeerden al spelende door het nieuwe café tussen de menigte heen, ik kon niet geloven hoe gelukkig ik was en hoe juist dat allemaal aanvoelde, het was een blijdschap die ik nog niet kende.
Na dat optreden ging ik enkele keren naar mijn grootvader die me traag het theoretische en een emotioneel aspect van muziek aanleerde.
Later volgden enkele gitaar- en pianolessen.
Uiteindelijk werden die afspraken repetities gecombineerd met een diner bij mij thuis in Ledeberg en op den duur veranderden ze van een sporadisch gegeven naar een wekelijkse routine en traden we maandelijks eens op in de Lume met een New Orleans bezetting.
Rond die periode had mijn grootvader zijn boek: ‘Flarden’ geschreven en vroeg hij mij om samen met Myrddin, diens dochter Imre en hijzelf zijn boekpresentaties muzikaal te begeleiden op trompet en gitaar.
Er volgden enkele optredens doorheen Vlaanderen en zo verbreedde mijn smaak van New Orleans jazz naar onder meer zigeunermuziek en chanson.
Op die manier groeide ik als muzikant en stilaan volgden meer optredens maar er was een droom die ik nog steeds koesterde: een eigen orkest hebben met jonge muzikanten (de gemiddelde leeftijd van mijn medemuzikanten toen lag menig decennia boven mijn eigen leeftijd).
Na lang zoeken kwam ik enkele jonge gasten tegen waaronder de fantastische accordeonist en inmiddels één van mijn beste vrienden; Leander Vertriest.
Samen begaven we ons een weg doorheen zigeunermuziek, jazz, volksmuziek en om één of andere reden ook Bluegrass.
In verschillende bezettingen speelden we enkele kleine optredentjes met ons Millennial All-Style Collectief en alles leek goed te gaan tot plots…
Corona
Op een zeer korte tijd werden het muziekcircuit en de horeca stilgelegd en leefden we in een negatieve, wereldwijde angst.
Maar negatief is relatief want tijdens de periode van de lockdowns speelde ik meer dan ooit tevoren en ontplooide ik me steeds verder als muzikant.
De omschakeling van trompet naar gitaar vormde zich tijdens deze periode.
Na maandenlang iedere dag urenlang muziek te hebben gespeeld kwamen er traag weer mogelijkheden tot muziek in golvende bewegingen.
Ik bleef met de familie optreden en ook met Leander en de andere jonge muzikanten tot ik op een gegeven moment de vraag kreeg om een internationaal muziekproject te leiden rond jonge muzikanten.
Ik vroeg onmiddellijk Leander en samen met mijn papa stelden we een groep van acht muzikanten samen om die zomer naar Servië te trekken.
Daar verbleven we tien dagen en dat was een enorm leerrijke en wonderbaarlijke periode voor mij. Uit dat project zijn enkele sterke vriendschappen en muzikale banden gegroeid.
Vervolgens ben ik steeds meer beginnen optreden en ging ik zo veel mogelijk jammen en op straat spelen in Gent.
Uiteindelijk ben ik zelf in Hot Club Gent wekelijkse jams beginnen organiseren voor en door jonge muzikanten en op deze manier ben ik nu ook in contact gekomen met meer hedendaagse visies op jazz en met een hele hoop jonge en boeiende muzikanten.
Nu, negentien jaar oud - vier jaar na mijn eerste optreden en met meer honger, passie en liefde voor het creëren van muziek dan ooit tevoren…
Wie weet wat voor muzikale projecten en avonturen nog zullen komen?